Hier liggen ze voor me. Drie agendablaadjes. De televisiebeelden bezorgen me een retrospectief dat ver was weggezakt: Mathilde, haar dood, het onderzoek, de vragen, het geheimzinnige gedoe erna.
Wat was ik nog een jong agentje. Weinig ervaring en dan meegestuurd worden voor het onderzoek.
Het ging allemaal zo chaotisch. Er lopen mensen rond, kleine zakjes met wit spul verwisselen van eigenaar. Bij het onderzoeken van de kamer zie ik een agenda. Automatisch blader ik er wat in. Het valt me op dat er blaadjes zijn uitgeknipt. Precies de drie na 25 oktober, de huidige dag. Even later vind ik ze in een peignoir. Achteloos steek ik ze in mijn zak.
Nu realiseer ik me dat ze een fortuin waard zijn.
Willem, ik denk niet dat ze een natuurlijke dood is gestorven. Goed stukje.
Het gedeelte vanaf ‘er liepen…’ zou ik in de tegenwoordige tijd schrijven. Het speelt zich weliswaar in het verleden af, maar een opsomming van de gebeurtenis komt dan (nog) meer tot leven.
Dank je Han, ook voor de goede tip. Aangepast.