Begin zeventiger jaren verhuisden mijn vrouw en ik – we waren een paar maanden getrouwd – van het Westlandse dorp Poeldijk naar het Veluwse Apeldoorn.
Wat ons vrij snel opviel was dat de mensen die hier waren opgegroeid dialect spraken. Zo kwam de naam ‘mien’ heel vaak voorbij en we begrepen al snel dat het geen meisjesnaam was. Dat hier de deur ‘los’ staat en niet ‘open’, zoals wij gewend waren nam ik al ‘rap’ over.
Zo kwam Jeannet erachter dat er ook enkele groentesoorten waren die in het ouderlijk dorp anders heetten. Het bestellen van een pond kroten leverde een vragende blik op bij de uitbaatster van de groentewinkel. Bij een andere gelegenheid leerde ze dat ‘peen’ verkocht werd als ‘wortelen’.
Leuk stukje. Zo kwam ik lang geleden bij mijn penvriendin in Zeeland (zelf heb ik mijn jeugd veelal in Leeuwarden doorgebracht) en zij vond het dan leuk om foto’s te trekken. Huh? Foto’s maken bedoel je. Of ‘zullen we door’. Door waarmee dacht ik dan. Maar ze bedoelde dan ‘zullen we gaan’.
Ja Valerie, mooi die verschillen in betekenis; kan soms hilarisch zijn.
Bij ons staan de deuren en ramen ook los. Een paar kilometer verder hebben ze het ineens over peeënstamp, toen keek ik zelfs wat raar op. Het bewijst maar weer eens te meer, nooit te oud om te leren
Willem. Grt
Mijn motto Luc: een dag niet geleerd is een dag niet geleefd. Hgr.
Willem, grappig dat dialect.
Over los ipv open heb ik me ook al eens verbaasd. Inderdaad, altijd leuk om dat soort verschillen te leren.
“De deur is los” kende ik al vanwege familie in Gelderland.