De heer Vreeswijk is in zijn ākruidnootjesā. Hij steekt een exemplaar achter zijn mondkapje; zelfs thuis, want je weet nooit aan welke virussen nicht Alida haar steunkousen heeft onderverhuurd.
āJa, ik ben verheugd, nicht Alida.ā
āMaar de coronamaatregelen blijven gehandhaafd, Vreeswijk!ā
āāBlijven van krachtā of āworden gehandhaafdā, nicht Alida.ā
āDus kan de surpriseavond met de buurtjes niet doorgaan, Vreeswijk.ā
āNou, wat een gemis, al die op het laatste moment in elkaar geknutselde troep van de ābuurtjesā. De ābuurtjesā… Bah! Een woord net zo vies als de met gemalen witte bonen gevulde speculaas van de supermarkt. En zo nietszeggend als die oubollige gedichten: āSint heeft zitten denkenā¦ā Nou, laat ie maar lekker een jaartje langer zitten denken op zijn beschimmelde achterwerk!ā
Je pakt weer lekker Han
Ja pakt weer lekker UIT Han!
Willem. Haha, als de Sint het niet doet…
En ik maar denken dat de Sint schimmel tussen de benen had…idd weer leuk, Han.
Luc, dank je wel. Dat hoor je wel meer…
Oh oh, Wat een figuur is die Vreeswijk toch
Valerie, we kennen hem inmiddels.
Haha! “met gemalen witte bonen gevulde speculaas”