‘Weet je nog, Vreeswijk, het boerderij-project op school?’
‘Ja, nicht Alida. Jij was verkleed als varken. Daar wil ik liever…’
‘Nee, ik was een koe en jij een kip.’
‘Als jij het zegt…’
‘Wat hebben we gelachen. Dat Liedje Old MacDonald had a farm. Ik weet de tekst nog: Old MacDonald had a farm, hia hia ho…’
‘Je hoeft het niet te zingen hoor, Alida. Eet je Big Mac nou maar.’
‘Hilarisch! En na het refrein kwam er telkens een nieuw dier bij.’
‘Nee, het hield maar niet op… Alida.’
‘Ik heb het toen in mijn broek…’
‘Ja, toen begon het al, hè.’
‘Jij had een ‘eitje’ gelegd, haha!’
‘Vind je het gek, na die boerenerwtensoep, in dat strakke pak?’
Boerenerwtensoep zou ik aan elkaar schrijven, volgens de logica der samengestelde woorden. Die discussie hebben we al eens eerder gevoerd; toen ging het om een boerenpetje, als ik het me goed herinner.
@Ewald. Dat klopt. Ik twijfel(de)en kan de juiste spelling niet echt vinden.
Han, dat je het niet kan vinden zal komen omdat het woord als zodanig (tot nu toe) niet bestond. Eenmaal door een schrijver neergeschreven, bestaat het naar mijn idee wel. Van Dale noemt meer dan honderd samengestelde woorden die met ‘boeren’ beginnen, van boerenaal tot en met boerenzweet. Boerenpet zag ik er nu trouwens ook tussen staan. Niet om alsnog mijn gelijk te halen, maar mijn oog viel in je stukje nu eenmaal op boeren erwtensoep. Gisteren noemde Willen Olierook dat ‘ontspatieën.’ Dat mag ik inderdaad graag doen. Als schrijver van het stukje blijft de keus natuurlijk aan jou.
@Ewald. Dank voor je uitvoerige uitleg. Interessant onderwerp. Ik maak er boerenerwtensoep van. Het is tenslotte ook boerensoepgroente.
Ontspatiën zou je trouwens met één e schrijven; de klemtoon valt immers op de voorlaatste lettergreep.
Die is voor jou, Han. Ontspatiën dus.
Hoi Han, die heer Vreeswijk toch! Hoogst vermakelijk. ðŸ˜