Regen, laat op de avond. Het water sijpelt door de schubben van zijn nep slangenleren schoenen.
Hij schopt tegen een blikje, een putdeksel ligt scheef en hij breekt haast zijn nek.
De tram giert bellend door de bocht en mist hem net. Beslagen gezichten van individuen, niemand ziet iemand, iedereen is onbelangrijk echt.
Door angst om te denken komt alles op hem af. Een zwerver valt hem lastig en vraagt een sigaret. ‘Fuck You’ is zijn antwoord als hem niets wordt gezegd.
Hij loopt terug, geeft de zwerver een sigaret, legt de putdeksel weer recht, pakt het blikje en schopt het weg, precies in een prullenbak. Hij pakt zijn huissleutel – waarom is alles wat dichtbij is, soms zo ver weg.
Recente reacties