Waarom moet een man die er niet fris uitziet nu juist naast mij komen zitten in een halflege tram?
De verdoving van de mondhygiëniste begint uit te werken. Aan een gesprek heb ik absoluut geen behoefte, dus begint de man tegen me te praten: ‘Lekker weer hè, meneer.’
‘Ja, zeker.’
‘Jan Feenstra is nu in Mongolië.’
Hij zegt het alsof ik Jan ken.
‘O, daar zal het wel koud zijn, ’ zeg ik maar.
‘Ze zijn slim hoor, die Mongolen. Ik heb een verstandelijke beperking van twee procent.’
Mijn keuze uit vele antwoorden beperkt zich tot: ‘Ach.’
‘Mijn vriendin heeft twintig procent beperking. We kunnen niet voor elkaar zorgen en daarom wonen we begeleid. Wat moet je anders, begrijpt u wel?’
Misschien gewaagd maar ik vind hem leuk.
@Lousjekoesje. Niet gewaagd, hoor. Het een sluit het ander niet uit. Ernst en humor verstevigen elkaar.