Elke ochtend is hij te vinden aan de waterkant, turend naar zijn dobber. Hij geniet ervan als de opkomende zon de hemel zachtrood kleurt. Regen en storm deren hem niet. Graag kijkt hij naar dansende libellen en waterjuffers. De zang van de merel geeft hem een intens gevoel van geluk. Hij houdt van de stilte die slechts wordt doorbroken als een hond blaft of wanneer een vroege jogger voorbijrent.
Soms bijt er een glanzende vis, die hij met uiterste voorzichtigheid van het haakje verwijdert. “Ik heb je gevangen en ik bevrijd je,” zegt hij liefdevol.
Elke dag de zware terugtocht naar huis, waar hij zich een vreemde eend in de bijt voelt. Gevangen tussen vier muren. Wie zal hém bevrijden?
Heel mooi stukje, Nel.
Dank je, Ewald. Ik bedacht het vanmiddag, fietsend langs het water.
Mooi, Nel! En droevig.
Dank je, Marlies.
Nel, een heel mooi stukje!
Mooier dan mooi @Nel.
Erg mooi. Jemaakt geluk -en het ongeluk- voelbaar.
Han, Levja en Alice, hartelijk bedankt voor jullie positieve reacties.
Mooi,
de visser die de vangst vrijlaat
en steels verlangt naar vrijheid
Mooi verwoord, Dana.
Dank je wel voor je reactie.
Treffend stukje!
Plus hartje
Hartelijk bedankt, Chris.
@Nel: ik denk dat hij op een dag zal worden opgeslokt door een grote snoek. Twee dagen na de opslokking wordt hij, denk ik , weer uitgespuwd om gered te worden door een zoetwaterdolfijn die hem naar een huisje zonder muren brengt…
Ik gaf een
Haha, wat een fantasie, Nele. Zo komt het toch nog goed.
Dank voor het hartje.