Als jongen logeerde ik regelmatig op een boerderij in Sint Michielsgestel. Het gewone volk kwam binnen via de keukendeur. Op het erf, vlak voor de keuken, lag een diepe put. Daaruit kwam het water dat je bij het aanrecht oppompte met een hendel met een grote koperen knop.
Een kraan was er nergens te vinden. Tussen de keuken en de koeienstal lag de wc, uiteraard zonder stromend water. Ik moest veel weerstand overwinnen om daar gebruik van te maken.
De romantiek van de gezonde buitenlucht voor stadse bleekneusjes had zo zijn keerzijden.
’s Nachts was het buiten het erf aardedonker. Ik bleef dan ook angstvallig binnen de straal van het schaarse licht.
Zo gewoon was geluk toen ook weer niet.
En nog geeneens ‘witte wieven’ gezien? Dan heb je pas echt mazzel gehad. Leuk stukje herinnering.
Ik zou de komma in de titel weglaten. Liever geen leestekens in de titel. Hooguit een vraag- of uitroepteken aan het eind.
Goed de plattelandssfeer en de jaren vijftig beschreven. Lag het erf vlak voor de keuken of bedoel je de put? In dat laatste geval zou ik een komma achter keuken plaatsen.
Plattelandsfeer mooi. In deze tijd geplaatst een ware ontbering hier. In Afrika nog heel normaal.Leuk om te lezen
En zeker als je klein bent lijkt alles ook zo groot! Ik voel met je mee.
Ach, toch wel hoor. Mooi!
Of ik wijlen mijn moeder hoor spreken.
Ik zie het helemaal voor me.