‘Toen Caesar drie jaar geleden overleed, had ik er geen zin meer in,’ zegt een van de twee vrouwen. ‘Ik at en dronk niet meer. Totdat jij kwam, onze sterke, mooie koning…’
Hij slikt ontroerd: ‘De natuur is de leermeesteres van de kunst.’
‘Miljarden aan steunpakketten, maar niet voor ons. Een bezienswaardigheid, meer waren we niet.’ Ook de tweede vrouw klauwt nu een traantje weg. ‘Het schijnt mooi te zijn in Zuid-Frankrijk.’
De koning haalt zijn brede schouders op. ‘Ik spreek geen Frans. Hebben jullie alles? Tandenborstel en oplader? Vergeet die dvd van de Lion King niet. En doe jullie bekkapje op, anders komen we de tram niet in.’
Bij het bord Artis Natura Magistra brullen ze hun laatste madrigaal.
Mooi gevonden, Han. Meteen bij het zien van de titel wist ik waar je stukje over ging.
Ewald. Ja, ik had niet ‘de hoop’ dat jij dit niet zou weten, haha. Dank je.
Weer knap de actualiteit op jouw fraaie eigen wijze hier onder de aandacht gebracht Han. Hulde.
Bedankt voor je compliment, Willem!
Ja, zonder meer, mooi beschreven. Ik denk er het mijne van. Grt.
Luc, dank je wel!
Han. Antropomorfisme heel actueel verwerkt. En zo zie je ook hoe effectief het Latijn was en natuurlijk nog is. Een taal waarmee je in enkele woorden een complete filosofie weergeeft. Gelukkig kent het Nederlands nog vele Latijnse uitdrukkingen, vaak zonder dat Henk en Ingrid dat zelf in de gaten hebben: ad hoc, ad interim, alter ego, bonafide, corpus delicti, c.s. (cum suis), etc. (et cetera), fata morgana, idem dito, in casu, linea recta, memento mori, postscriptum, pro Deo, vox populi, om maar enkele redelijk alledaagse te noemen. Ja, excuses, mijn reactie op een Amsterdams stukje Latijn, is ook enigszins als reclame bedoeld voor het Latijn. Een dode taal volgens de definitie, maar in vele Europese talen nog springlevend aanwezig.
Cesar, om een lang verhaal kort te maken: taal blijft boeien. Dank je wel.