Jaap Oudenhoven had alleen de tweede politionele actie, genaamd ‘Operatie Kraai’, meegemaakt. Hoewel hij als aalmoezenier niet direct betrokken was bij de gevechten en het ook niet kon opbrengen om bij executies aanwezig te zijn, kwam hem via gesprekken met de jongens veel ter ore.
Sommigen wilden per se bij hem biechten over de verschrikkingen die er plaatsvonden. Er waren bekentenissen bij die zo gruwelijk waren dat Jaap weleens twijfelde of hij wel de absolutie mocht verlenen. Toch kon hij het niet opbrengen om deze knapen met een ‘zwarte ziel’ heen te zenden.
Terug in Nederland ging Jaap zelf te biecht bij de bisschop van het bisdom waar hij onder viel.
‘Vertel dit aan niemand mijn zoon!,’ was zijn penitentie.
Er is nog altijd een heleboel niet verteld, Willem. Mijn eigen vader sprak alleen over de schoonheid van Indonesië, zelden of nooit over de verschrikkingen. Degenen die er als soldaat zijn geweest zijn de negentig gepasseerd of inmiddels overleden.