Dat hij ‘padflikker’ werd genoemd deerde hem niet. Mensen zeggen zoveel. Een ‘heitje voor een karweitje’, hij deed het graag. Het klinkt tegenstrijdig, maar een uniform – al was het in korte broek – onderscheidde hem van voetballende vriendjes.
Onder dienst maakte hij kennis met het fenomeen ‘een karweitje voor een heitje’. Als aalmoezenier verdiende hij zo lekker bij: de heitjes stroomden binnen. Het liep uit de hand, hij was een pad op gegaan en er volledig vanaf geflikkerd: einde diensttijd.
Bij de rooms-katholieke kerk dacht hij als aalmoezenier een rustig baantje te vinden. Vis op vrijdag met als hoogtepunt stoofaal in de zomermaanden. En als bijverdienste meer dan een ‘heitje’ voor een karweitje onder de mantel der liefde van meneer Pastoor.
Recente reacties