Als ik zo om me heen kijk, denk ik vaak: jij zal het niet zijn. Maar wie dan wel?
Als iedereen was zoals jij en ik, zouden we geen sleutel in onze zak hebben, sloten overbodig zijn.
Toch sluit iedereen zijn deur af. Wie is niet te vertrouwen? Ik kijk nog eens goed om me heen. Ja… jij ziet er toch wel een beetje verdacht uit. Het is mijn vooroordeel. En hoe denken zij over mij? Wie profileert wie?
Ik gaf je mijn sleutelbos en een voor een gingen deuren open. Maar in holle ruimtes komen woorden te hard uit je mond. Deuren op een kier, lijnrecht tegenover elkaar kun je beter sluiten. Ik tochtte weg en sloot alles af.
Ik vat niet helemaal waar het over gaat, maar hou van de weemoedige sfeer van dit stukje.
@hekate. Voor wie sluit je je af of niet; wie is te vertrouwen? Voor wie heb je letterlijk of figuurlijk een slot nodig.
Lastig stukje. De eerste alinea realistisch maar in de tweede wordt het surreaclistisch. Ik denk dat dat de bedoeling was?
@Juliette. Je verwoordt het precies zoals het er staat en bedoeld is. Open, dicht in letterlijke zin en in figuurlijke zin. Dank voor je reactie.