Briesend loopt Willy in het woud. ‘Je moet het niet pikken, jongen,’ hoort hij vanuit de eeuwige jachtvelden zeggen. ‘Toon je een kerel, net zoals ik.’
Opie Bernhard heeft gelijk. ‘Laat al die Amsterdammers de vinkentering krijgen: die ene uit Oost schrijft me weg in zijn columns, en die andere uit West legt met mijn wijf te knarren,’ zegt ie tegen zichzelf terwijl hij een edelhert afschiet. ‘Amme koninklijke hoela en amme nooit niet!’
Nog één patroon heeft hij over; wie zal het worden? Hagel voor Hagedorn of toch… Max heeft een vreselijke fout gemaakt: ‘Hijo de puta,’ dat kan ie hebben, maar het meervoud van invitee of invité, is invitees en invités.
‘Doe het niet!’
Er klinkt een schot…
Oei, voor wie was dat schot bedoeld?
Dat streepje op invitées was mij ook al opgevallen, maar verder schrijft deze Argentijnse dame keurig en zo goed als vlekkeloos Nederlands.
Ja, dat is de vraag: wie schoot wie of wat?
Willy wordt steeds kritischer.
Heerlijk weer Han
Willem, inspiratie te over! Dank je.