Als jonge man ging hij in dienst, mijn broer, die daar echt geen zin in had.
De dienstplicht daar ontkwam je niet aan.
Huisschilder was hij en zijn net begonnen carrière werd bruut onderbroken.
Verbindingsdienst, wat een ramp voor een vent die altijd buiten werkte.
Hoewel niet kerkelijk, de aalmoezenier maakte contact met hem en dat mondde uit in zinnige gesprekken.
Het leven werd er dragelijker door en toen de aalmoezenier hem meldde dat de kapel nodig een verfje nodig had, hapte hij toe.
Zo bracht hij al zijn vrije tijd door in de kapel, de bewondering en respect van de aalmoezenier deed hem goed.
Nooit kwam hij meer in de kerk maar aan deze kerk heeft hij goed herinneringen.
Mooi verhaal, Trees.
Qua taal loopt het niet helemaal soepel. Kijk nog eens naar de eerste drie zinnen.
‘Hoewel niet kerkelijk > hoewel mijn broer niet kerkelijk was (nu lijkt het te slaan op de aalmoezenier)
‘nodig een verfje nodig had’ is dubbelop
bewondering en respect van de aalmoezenier deed > deden
Laatste zin: twee keer ‘kerk’ > maak van de laatste ‘kapel’
dank je wel Nel voor deze reactie.
ik heb weer te snel gewerkt dan gaat het niet helemaal goed.
Ik ben reuze blij met op/aanmerkingen.
Graag gedaan, @Trees.
Fijn dat je feedback waardeert.
@Trees: mooi verteld!