Ik wil de deur voor haar openhouden, maar het is een draaideur. Door mijn gebrek aan abstract denken had ik daar geen rekening mee gehouden.
‘Nee,’ zegt ze, ‘een man hoort eerst de trap op te gaan, anders kan hij onder de rokken van de vrouw kijken.’
‘Je draagt een kokerrok!’
‘Gedachten zijn krachten.’ Moeizaam wentelt ze de trap op.
‘Au,’ zegt ze. ‘Je moet mijn stoel niet écht aanschuiven!’
De amuse is te klein om me te amuseren.
‘Je neemt ‘m stevig in je hand en slurpt hard. Anders loopt het langs je kin.’
‘Ik weet hoe je oesters eet,’ zeg ik luid en ik duik weg achter de menukaart waarop de prijs mijn rode hoofd de genadeklap geeft.
Ja Han, het blijft lastig hè. Leuk stukje.
@Ewald. Praat me er niet van. Dank je.
Han: toch maar een hartje, voor de intentie.
@Berdien. Dank je. Maar hoe bedoel je ’toch maar… voor de intentie’?
Han: het is een goed geschreven en lollig stukje herenellende. Om jouw nobele intenties een blijk van waardering toe te kennen heb ik op het hartje gedrukt. Je mag ook evrouwciperen hoor, met simpel genderloos vriendelijk zijn kom je een heel eind.
@Berdien. Dank voor je uitleg. Het is maar fictie, hoor. Vriendelijkheid is gratis en het kost je niets. Noch naar mannen noch naar vrouwen toe.