‘Voor wie komt u?’
‘Voor mijn oom.’
‘Uw naam?’
‘Theo. Ik kom uit Nederland. Wat is er gebeurd, waarom zit mijn oom in een gesticht?’
‘Hij heeft zichzelf verminkt. Hij zegt dat ie niet begrepen wordt. Dat hij de mensen wil laten zien hoe mooi de wereld wel niet is.’
‘Hoe dan?’
‘Dit heeft hij geschilderd.’
‘Zonnebloemen. Toch?’
‘Ja.’
‘Die zijn toch ook prachtig?’
‘Hij zegt dat zijn schilderijen later miljoenen waard zullen zijn. Hij is echt in de war en een gevaar voor zichzelf.’
‘Nee, de hele wereld is gevaarlijk in de war. En als je er wat van zegt, ben jij juist het gevaar.’
‘Waar doelt u op?’
‘Op mijzelf.’
‘Ik kan wel merken dat u familie bent.’
@Han. Herkenbaar. Ik denk namelijk ook dat mijn schilderijen later miljoenen waard worden. Alleen neig ik niet naar zelfverminking en word dus niet opgesloten. Leuk stukje.
@Ewald. Pas maar op met je gedachtes. Voor je het weet sluiten ze je op.
Wat goed bedacht! Ook die connectie tussen Vincent en Theo. Vincent had behalve deze oom ook nog een broer Theo (en een toekomstige verre verwant die in 2004 werd vermoord).
Hartje waard
@Mara. Dank je. Over Theo van Gogh gaat het (fictief) juist.
@Han. Grappig dat eenieder de tekst anders interpreteert….
@Mara. Het blijkt onder meer uit deze zin: ‘Theo. Ik kom uit Nederland. Wat is er gebeurd, waarom zit mijn oom in een gesticht?’ Uiteraard heb ik met de tijd gespeeld.
In de waanzin schuilt ook wijsheid die niet altijd begrepen wordt