‘Ik schenk jullie een aperitiefje in en dan ga ik naar de keuken voor het eerste gerecht. Ben benieuwd of je de smaak herkent.’
‘Bah, smaakt naar paprika, Wil.’
‘Ssst, ze komt er al aan, Theo.’
‘En, wat proef je, Theo?’
‘Paprika.’
‘Juist! Lekker?’
‘Eh, verfrissend… Heleen.’
‘En hier heb ik een heerlijk paprikasoepje. Eet smakelijk.
Even naar de oven voor het volgende gerecht.’
‘Nee, niet in de plant, Theo, dat ziet ze toch!’
‘Gevulde paprika. Heel retro, maar… gevuld met vleesvervanger. Zo gezond: vitaminebommetjes! Goed tegen de griep. Geniet ervan.’
‘Wat je zegt, een bommetje… Ik ben net ziek geweest, Heleen, maar het smaakt voortrrrreffelijk. Sorry, een oprisping.’
‘Geeft niet, Theo. Het is goed vooorrr je herrrstel. Oh, excuus.’
Han, jouw culinaire stukjes hebben toch vaak een bedenkelijke bijsmaak, als je het mij vraagt ☺
Een hartje voor een smiley. Leuk!
@Ewald. Niet bepaald haute cuisine.
@Marceline. Hartelijk dank!
@Han: Mooi die zin ‘Nee, niet in de plant, Theo, dat ziet ze toch!’ Maakt het sukje erg herkenbaar!
@keesleeuw. Dank je.