Dissociatie, de dagen dat er een ondoordringbare grens is tussen mij en het leven.
Alsof ik in een geluidsdichte plastic bol zit. Wind en weer, emoties van anderen, kleur en geur zijn zichtbaar maar bereiken me niet.
In mezelf is het dof en stil, geen contact en geen beweging.
Als ik dit op een betere dag aan de psychiater vertel hoor ik als het ware het cellofaan van deze gevangenis op de achtergrond knisperen.
Op mijn beste dagen lijkt het een herinnering aan een film over iemand anders. Een enge film van Hitchcock ofzoiets. Trage enge muziek, benauwende beelden. Handen duwen wanhopig tegen iets onzichtbaars dat meegeeft maar alles tegenhoudt. Ontsnappen is niet mogelijk.
Wat is werkelijkheid, wat is fictie?
Mooi. Een beetje jammer dat "dissociatie" altijd een beetje voorbehouden blijft voor de psychiatrische patiënten, terwijl het ook voor niet-geesteszieken eigenlijk vrij gangbaar en toepasselijk is. Het ontdubbelen van verschillende realiteiten is eigenlijk, in mijn ogen, een vrij normale techniek voor de meeste mensen. Veelal onbewust bedient iedereen er zich wel eens van, denk ik zo, maar dan meer dan dat we er ons niet bewust van zijn.
(Ik moest hierbij denken aan een man die ik verleden zomer heb gereanimeerd na een bloederig ongeval. De heer had maar een half gezicht meer… ? Ik wilde het niet doen, ik wilde er niet zijn, maar toch doe je blijkbaar het juiste wat er moet gedaan worden op dat moment.)