Ze ziet eruit alsof je de verpakking nog moet verwijderen. Geen karton, maar een heel dun velletje cellofaan, zoals van een nieuwe laptop.
Alles is strakgetrokken. Oneffenheden opgevuld. Overschotten weggesneden; waar je ook maar aan kunt denken…
Haar gezwollen lippen laat ik met rust. Er gaat een rietje tussen, want ze moet veel drinken. De zoen op haar wang echoot in mijn mond.
‘Hoe vind je het geworden?’ zou ze lachend hebben gevraagd als ze dat kon. Begrijpen doe ik haar niet. Maar leg haar maar eens uit dat d’r zelfbeeld niet klopt. Want wie bepaalt dat? Zij.
Wat moet ik zeggen als kwetsend eerlijk toch het meest voor de hand ligt?
‘Ga maar niet vlak bij de verwarming zitten.’
Recente reacties