‘Je kunt mij niet meer raken. Die tijd is voorbij, jongen!’
‘Dat zullen we nog weleens zien. De helft van de inboedel; dat was toch de uitspraak?’
Ze walgt van de natte plekken onder zijn oksels.
‘Wil je wat drinken? Je doet zó je best, jongen. Zaag maar lekker door, zoals altijd.’
Hij zegt niets en zaagt de bank in tweeën.
‘Goh, ik heb nog nooit een anderhalfzitsbank gezien. Apart!’
‘Houd je bek!’
‘Anders…? Zaag je die dan ook in tweeën? En wat doe je met het bed waar je altijd al in zaagde?
Waarin alles al jaren afgezaagd was.
Eén ding zal ik nooit meer met je delen…’
‘Wat dan?’
‘Dit!’ – ze wijst met beide wijsvingers op haar slapen.
De titel is niet afgezaagd of juist wel, ha ha.
Even zit hij toch nog in haar hoofd te zagen, maar dat duurt vast niet lang meer… Hij zaagt de tak af waarop hij zelf zit.
@Levja. Haha. Het is een afgezaagd stukje!
@Odilia. Zo is dat! Dank je.
Maar graag gelezen Han.
Aansprekend stukje. Geen der partijen heeft mijn sympathie. Beeldend geschreven, Han. De natte oksels maken het plaatje compleet.
@Levja. Dank je wel!
@Ewald. De vrouw had anders wel op je gerekend. Haar naam is Dionne!
Ai, zout in een open wonde!