Door dit soort blikken, weet Wouter, zijn oorlogen ontstaan. Hier stoppen rede en logica. Hier komt alles samen. Veronique zien en door haar gezien worden, verbindt op een onnavolgbare wijze. Het risico op aan te richten verdriet wordt niet zozeer aan de kant geschoven, maar telt gewoon niet mee. Alsof hij tegen zijn longen zegt dat ze moeten stoppen zich te vullen met lucht. Of een zonnestraal probeert te vangen.
Begrip en vergeving van Margreeth, zijn eigen vrouw. Alsof dat ooit genoeg zou zijn. Nooit wil Wouter begrijpen wat er op die koude dag in maart gebeurde. Vergeving is een mooie term. In de theologie, eventueel in de psychologie. Maar waarom vergeving voor iets dat hij zichzelf niet eens vergeeft?
En dan weer, hup, een dreigende concreetheid inbouwen…