Rederijkers vroegen mij om ook eens mee te doen
ze mochten naar een landjuweel en wilden een blazoen
ik schilderde een grote bij al op een houten luik
een kamer was niet nodig want ze dichtten bij een kruik.
De hele dag dan zwegen ze want ieder had zijn vak
maar kwam er na een werkdag de mede en tabak
dan brachten ze verhalen in hun liederen en verzen
het wevershuis zat vol met mensen maar het was geen persen.
We werden door een priester op het landjuweel bespot
ik was een rede rijker ook al speelde ik voor zot
de volle maan daarop heb ik die priester niet verveeld
met verve heb ik mét hem Marlowe’s Faust eens nagespeeld.
Heerlijk, Broeder Vork! Een hartje verdiend.
Voor de titel zou ik sowieso al vallen. Wel heb ik het idee dat je in de tweede zin bij mochten, zochten bedoelt. Maar is maar een idee.
Zuster Levja,
Een kamer Rederijkers kon uitgenodigd worden voor een landjuweel.
Deze rederijkers hadden geen kamer maar kregen toch de gelegenheid om iets van ze te laten horen. Het moet een beetje lijken alsof ze zich niet goed genoeg voelde voor dat soort grote uitdagingen.
Daarom mochten deze poorters voordragen op een landjuweel.
Mijn dank voor deze mooie uitleg, mijn beste V
Meestal probeer ik me in te leven in “jouw” tijdgeest. Dit keer in het nu gelezen en dan mis ik gelijk veel. Wel heb ik nu informatie over de rederijkers tot mij genomen. Het heeft mij rijker gemaakt.
Mooi, BroederVork!
Fijn onderwerp, ik herinner me hierdoor weer mooie colleges over de Rederijkers voor mijn studie Nederlands.
Zusters, dank u wel. Zuster levja; Het zou mooi zijn als je het leest zoals je het leest. Misschien verschijnt er daardoor juist een heel nieuwe wereld.
Wel begrijp ik wat je bedoeld met mijn tijdsgeest. Wel pas ik die netjes aan de aarde aan. In veel van mijn werelden groeien huizen namelijk in plaats van dat ze worden gebouwd.