Zanna kijkt op als de mannen met dikke regenwormen over hun schouders binnenkomen.
‘Wat veel!’ roept ze uit.
‘Dankzij de vele regen van de afgelopen dagen,’ zegt Zegge.
De mannen leggen de wormen midden in de hal op de grond.
‘Barre, Ilonka, passen jullie op dat ze niet wegkruipen?’
Opgewonden staan de kinderen bij de wriemelende hoop en trekken af en toe een worm terug die wegkruipt.
‘We hebben een nieuwtje,’ zegt Zegge grijnzend.
‘Wat?’ vraagt Zanna.
‘Het oude huis staat er weer.’
‘Mogen we kijken?’ vragen de kinderen.
‘Ga maar. Ik pas wel op de wormen,’ zegt Zanna. Opgelucht bedenkt ze dat ze eindelijk meer ruimte zullen hebben. Met zijn allen in dit ene huis werd haar te veel.
Zo wonderlijk weer.
Fijn vervolg, Marlies.
Mooie scène met de wormen.
@Levja en @Nel, dank voor de reactie.
Ja, hè, Nel? Ik zie het zo voor me, die wriemelende wormen op hun schouders en op de grond.
Leuk stukje, onderdeel van een groter geheel?
@Jessy, dit is al episode 29 over de Blauwtjes! Als je wilt, kun je de hele serie lezen op mijn site: https://marliesvaznunes.wordpress.com/category/verhalen/blauwtjes/
Dank voor je reactie.