Ik was zeventien en jij net eenentwintig. Ik zong telegrammen en jij speelde percussie op Union Square. De wereld leek van ons, en wij woonden in het epicentrum. We kochten pizza op St. Marks Place en dronken bier uit bruinpapieren zakken. We dansten blootsvoets op de Sheepmeadow en later, liggend in het gras, vertelde jij me hoe jij ooit je vader vond.
Hangend aan een strop. In de schuur achter het ouderlijk huis.
We maakten plannen voor een toekomst waarvan we wisten dat die nooit zou komen. Ik ging terug naar Amsterdam en jij bleef in New York. Kortgeleden vond ik in de ramsj een boek, geschreven door jouw moeder. Ik werd schrijver en jij werd junk, weet ik sedertdien.
Je laat er geen gras over groeien, Simone: een dubbele binnenkomer!
Het verhaaltje begint onschuldig, lieflijk zelfs. Maar dan: ‘Hangend aan een strop. In de schuur achter het ouderlijk huis’. Volkomen onverwacht en daarmee komt het binnen. Sterk geschreven.
Je neemt me mee in de herinneringen van de hp. Van telegrammen zingen heb ik niet eerder gehoord. Bestond dat echt?
Ik sluit me aan bij Ewalds reactie. De zin: ‘we maakten plannen …. nooit zou komen’ klinkt als een gedicht.
Ha Ewald! Dank je en ja; dat bestond echt. Ik had een baantje als ballonnenbezorger. Soms verkleed als paashaas, clown of kip bracht ik boeketten met ballonnen naar kinderfeestjes, bedrijven en ziekenhuizen… Voor 2,50 extra moest ik soms een telegram voorzingen. Het was midden jaren’80.
Heeeeel mooi. Hartje!
Knap geschreven. ?
Ontroerend stukje hoe levens kunnen (ver)lopen.
Dank jullie dames! En wat leuk om in zo’n warm badje te vallen.
@Simone. Een trieste geschiedenis mooi beschreven!
Dit ademt nostalgie.
goed stuk, echt een verhaal in 120 woorden