Het relativeren was zijn tweede natuur geworden. Hij had geleerd tegenslag van zich af te schudden zoals een labrador na een duik in een ijskoude wintervijver. De dieptepunten in zijn leven had hij altijd als lessen aanvaard. Aan de toog had hij ze overdacht en besproken met lotgenoten die zich, net als hij, in dat verstopt afvoerputje vastklampten aan de laatste restjes hoop.
Uiteindelijk had hij leren zwemmen en was boven komen drijven. Sinds een jaar ging het hem voor de wind.
Dat dan net nu de Apocalyps moest komen, was wrang, maar niet meer dan dat.
Hij slenterde wars van de paniek, tegen de stroom in, naar zijn baken: café De Volharding.
Het laatste rondje zou van hem zijn.
Wat is de lokale Tripel in “De Volharding?”
Beste Han,
Mooi stukje! Misschien ligt in veel mensen toch de voldoening tegenslagen te hebben overwonnen, of zo te hebben verwerkt dat ze verder kunnen.
Al blijven er zaken die onafwendbaar zijn, zoals de Apocalyps.
Met vriendelijke groet + hartje,
Chris
Dag VmetdeVork,
Geen idee. Die laatste avond dronken ze daar alleen nog single malts.
Dag Chris,
Dank je. Ja, en het onafwendbare kun je alleen maar flegmatiek de hand schudden en het glas mee heffen.
Als het zover komt, ga ik graag een goede scotch drinken in de volharding. cheers!
Het stukje roept sfeer op, daar hou ik van.
Ik heb nog een handboek om met de apocalyps om te gaan…
Dag Kiko,
En dan gewoon op de pof
Dag Jessy,
Ik ga me daar fatalistisch bij neerleggen, met een paar borrels. Dat dan weer wel.
Mooi stukje. Heeft iets realistisch en tegelijk ook filosofisch zonder dat het onnatuurlijk aandoet.
De zin met de labrador klopt voor mij niet. Nu schudt ook die hond de tegenslag van zich af. Dat zul je niet bedoelen.
Dag Hay,
Dank je. De zin met de labrador klopt inderdaad niet.
Toch vond ik het daarom net op de een of andere manier wel op zijn plaats. Dus liet ik ‘m staan. Ik vraag me nog steeds af waarom ik ‘m vind passen.