‘Luchtledig.’ Luchtledig? Ontleden van lucht? Lucht ontleden. Ja, dat kan echt en zo voelt het nu ook. Ik bedoel natuurlijk niet het taalkundige of het redekundige ontleden. Nee, nee, het ontleden van een vis, zoiets bedoel ik. Het voelt alsof mijn keel wordt dichtgeknepen hier.
Ik zit hier tussen de tientallen mensen die alle zuurstof inademen en er vervolgens koolstofdioxide uitademen, en daar mag ik dan ‘lekker’ van leven. Bij wijze van spreken uiteraard.
Ik ga met mijn ogen het niet-eindigende rijtje met de betekenissen af. Schandelijk (dat mensen alleen maar nemen), kwaadaardig (zeg dat wel!), broodnodig (ja, ik wil hier niet dood neervallen), doodgaan (uh, als het zo blijft dan kan dat gebeuren), geen lucht bevattend… Geen lucht bevattend?
De bedoeling van dit stukje ontgaat mij eerlijk gezegd.
Kan de verteller/vertelster niet meer helder denken bij gebrek aan lucht? Iets anders kan ik er eigenlijk niet van brouwen.
Hartje heb je, pomp nog maar wat zuurstof door.