Dus dit is het dan?
Ben ik hiervoor zo ver gekomen?
Zo veel achtergelaten?
Dit huis is geen thuis en dat weet jij duivels goed.
Al het geschreeuw, de slagen, de pijnā¦
Denk je dat je zo mijn liefde kan winnen?
Ik zou willen roepen, het van de daken schreeuwen, hulp zoekenā¦ IK WIL GERED WORDEN.
Maar ik zwijg en verdraag jouw haat, jouw duivelse martelingen.
Er is niets wat ik kan doen om deze nachtmerrie te ontvluchten, behalveā¦
Ja, dat is het. Ik kom nu in opstand. Ik bibber als een espenblad.
Ik glimlach als jouw vette handen mijn nek samenknijpenā¦
Ik voel me wegzweven.
Zweven in het luchtledige, waar mijn zorgen zijn verdwenen als sneeuw voor de zon.
ik vind het te veel een opsomming waar de emotie in ontbreekt;
de ‘ommekeer’ – het in opstand komen – is onwaarschijnlijk (bibberen en glimlachen)en het ‘wegzweven’ te ‘makkelijk’ om een echte oplossing te zijn;
desalniettemin: lekker doorschrijven natuurlijk Nielse!
Wow, heftig hoor krijg gelijk kippenvel
Dat het de indruk van een opsomming maakt, komt denk ik vooral omdat je elke zin op een nieuwe regel begint, ook als daar geen duidelijke reden voor lijkt te zijn.
Bij een gedicht zie je dat vaak, maar bij proza leest het meestal niet zo fijn.