Van volkenrecht zou men kunnen spreken zodra naburige gemeenschappen van mensen aanspraak maken op een bepaald grondgebied en dergelijke aanspraken van hun buren erkennen en respecteren, zodra hun leiders afspraken met elkaar maken die ze als bindend ervaren, zodra ze onderscheid maken tussen oorlog en vrede. De stadstaten in het oude Griekenland onderhielden, als ze met elkaar in oorlog waren, contact via ‘herauten’, gezanten van wie de onschendbaarheid algemeen gerespecteerd werd. Na een veldslag kregen de verliezers gewoonlijk de gelegenheid de lichamen van gesneuvelde soldaten op te halen. En ze sloten vredesverdragen met elkaar. Die verdragen, waaraan meestal overigens geen lang leven beschoren was, werden bekrachtigd met eden. De taak om het recht te handhaven berustte dus bij de goden.
Recente reacties