‘Kom maar, kom maar,’ riep mevrouw Bruzambuli naar het duo in de sneeuwschuiver. Ze wilde dat ze de caravan van meneer Krupukrupanzi in de sloot gingen duwen.
‘Kom op!’ Ze maakte wilde handgebaren want hij kon zo terugkomen op zijn bijna vastgeroeste fiets.
En daar kwam hij al aanpiepen. Krik-kroek-krik-kroek. Hij zong erbij en had zin in een glas cocosmelk; lekker in zijn caravan.
‘Ja!!!! Door!!!’ schreeuwde mevrouw Bruzambuli. Het was 40 graden en ze zweette. Het duo gaf gas en schoof de caravan de sloot in, maar plonsde er zelf ook achterna.
Meneer Krupukrupanzi arriveerde. ‘He! Een sneeuwschuiver in de sloot! In mijn caravan ligt een sleeptouw en dan slepen we hem er zo uit!’
Het duo was kletsnat.
Recente reacties