En opeens is ze er niet meer, en toch ook wel. Haar ogen met een blik van onvermogen voor haarzelf. Haar lach vergaan tot het optrekken van haar bovenlip. Haar voeten kunnen haar niet meer dragen en haar met artrose vervormde handen liggen roerloos op haar buik. Haar ogen zien mij, herkennen haar dochter. Ze wil wat zeggen maar ik kan ze niet verstaan. Terwijl zij haar zin herhaalt beseft ze dat haar woorden niet gehoort kunnen worden. Zinnen gevangen in haar wereld. Haar gezicht betrekt. Ik aai haar over haar voorhoofd en zeg dat ik van haar hou. Ze sluit haar ogen en opent ze weer. Mijn moeder, de vrouw die mij baarde is gevangen in een acute dementie.
Recente reacties