Je kent hen wel, de lelijkerds die je voor je verjaardag kreeg van niet echt geïnteresseerde, plichtmatige bezoekers. Het loeder van vroeger uit de schoolklas, zo’n ding dat alsmaar hangende zijsprieten blijft aanmaken, de verplichte grote vakantielogé. Of zo’n mini aronskelk, die natuurlijk anders heet. Monsters! Ik heb groene vingers en het hart niet om dit deel van de natuur in de groenbak te gooien. Soms zet ik hen achter een gordijn dat zelden opengaat in de hoop dat ik hen vergeet te bewateren. Maar dan na een week, scheld ik op mijzelf en geef hen het laatste restje uit de gieter. Ze blijven, soms zielig, vaak uitbundig. Ze zijn mijn geweten: ook voor lelijke levende dingen moet ik zorgen.
ik zou willen dat de huidige regerig daar ook zo over dacht!