Opa was een lieve, oude man. Hij woonde alleen, in een eenvoudige woning, ver bij hen vandaan. Ze was vier toen hij overleed. 1976. Ze herinnert zich dat haar ouders het er zachtjes over hadden. Ze ving op dat ze tegen elkaar zeiden dat opa was gestorven in het bijzijn van een indiaan!
Dat gaf haar een warm en mooi gevoel. Een indiaan. Een tooi op het hoofd en strepen op de wang. Die je beschermt en bijstaat.
Ze sprak er niet over. Zo bleef de waarheid bestaan en ook het warme gevoel. Jaren later hoorde ze dat opaās buurman hem destijds dood in zijn stoel gevonden had.
Pas kwam buurman zijn naam ineens ter sprake. Nooit eerder gehoord. Grootewolf.
tja, dat moet wel een indiaan zijn
iig als je 4 bent : ) dank voor je reactie!
Als buurman ‘Damen’ had geheten…