Ik pakte een mes en stak hem zonder aarzelen neer.
Drie messteken in zijn nek en dat allemaal in een fractie van een seconde.”
“Aanpakken die klootzak”
Hij kon niet eens smeken voor genade, het ging te snel.
Vlak daarna hoorde je hem zachtjes kreunen en smeken om zijn moeder.
Ik gaf hem daarna nog een trap na tegen zijn hoofd met mijn kisten aan.
Toen hoorde ik hem niet meer.
Het bloed stroomde alle kanten op terwijl hij en weer spartelde.
Ik moest denken aan een tuinsproeier die ongecontroleerd zijn water verdeelde over het tuin oppervlak. Het was mooi om te zien eigenlijk hoe het groene gras langzaam veranderde in een rode gloed.
“Een gerechtvaardigde moord”
Aldus ondergetekende
Wat een agressie.
Heerlijk!