Het was een strenge winter, ijzig koud. Een eenzame man kapte hout. De laag sneeuw was vele centimeters diep, terwijl het meisje op blote voeten liep. De mensen om haar heen hadden het druk, en geen oog voor haar ongeluk. Zij zagen niet dat het meisje dreigde te bevriezen. En zelfs haar tenen kon verliezen.
Tot die ene gelukkige dag, waarop iemand haar eindelijk zag. De man keek op van zijn harde werk. En zag haar lopen langs zijn bloemenperk
Hij riep: ākom binnen lieve vrouw. Van nu af aan zal ik zorgen voor jou.ā
Hij stookte de kachel nog wat op en gaf haar warme chocolade in een kop.
Tegenwoordig loopt zij rond in laarzen met een randje bont.
Recente reacties