“Ik verklaar Belgisch staatsburger te willen worden en de Grondwet, de wetten van het Belgisch volk en het verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te zullen naleven.”
Daaronder staat haar handtekening.
“Claudia Z.”; in fraaie krullen.
Het formulier ligt in bloed doordrenkt op het lichaam bij de brievenbus. De kogelinslag heeft het zegel van de Kamer van Volksvertegenwoordigers weggeslagen.
Vandebroecke komt langzaam overeind. Zijn hersens draaien op volle toeren. Hier houdt hij van.
“Zoek uit waar zij zich bevindt.”, zegt hij tegen zijn collega terwijl hij een blik werpt op de dode man.
Langzaam loopt hij naar zijn auto.
“And no more shall we part“, zing hij zachtjes als hij de motor start.
Krijg het er koud van….
Het stukje stond al een dag in de wachtrij en toen kwam ondertussen het drama in Luik. Daar staat dit verhaal los van, helaas voegt de werkelijk zich niet vaak naar de fantasie.
Ik vertel niet waar ik ben…ik moet rennen… Maar langs deze vlucht ige weg betuig ik mijn dank aan de schrijver…. In less dan 120 woorden. Maar ja. less is more…
[…] zegt ze terwijl ze het haar van de man streelt. “Ik moet opschieten.” Vandebroecke zegt niets terug. Claudia Z. -zoals Vandebroecke haar steevast noemt- blijft voor de manshoge […]
Dank je wel 120w voor de doorlink naar het eindspel.