-“Weet je wie daar zit?”, vraagt mijn moeder als we op bezoek zijn bij mijn oma in het verpleeghuis. “Dat is bakkertje Verboom. Die had een klein winkeltje en in iedere schoolpauze gingen we daar wat lekkers halen. Meestal een broodje trapleuning”.
Ik kijk haar verbaasd aan en de uitleg volgt direct: “Een wit kadetje met pennywafel ertussen”.
-“Rijk zijn ze niet geworden. De oude snoepautomaten kon je voor één kwartje helemaal leegtrekken. De schuif net niet helemaal dichtdoen. Dan viel wel het volgende rolletje maar nog geen vergrendeling. Maar ze hadden duidelijk plezier in alle scholieren en kenden iedereen”.
Ik schuif naast hem en vraag hem om een broodje trapleuning. Mijn moeder herkent weer de lichtjes in zijn ogen.
herkenbaar, behalve dat broodje trapleuning. Wij gingen voor de spoorpunten
de eerste en enige tapijsautomaat !!! fl. 0,25
Leuk stukje. Broodje pennywafel was ook bij ons zeer geliefd van bakkertje Verboom. Evenals de grote glazen potten met snoep op zijn toonbank. Echt oud Alphen.