De ring met robijnen verdween in de diepte van de put. Tevergeefs had Lucinda geprobeerd het onheil af te wenden. Ze stelde zich de woede voor van Alfonso, haar prins op het witte paard.
Even overwoog ze de ring na te springen, maar ze bedacht dat ze niet zou worden opgewacht door vrouw Holle in een groene weide.
Haar oog viel op een putsteen met een wonderlijke tekening van een paradijsvogel. Plotseling nam de vogel het woord: ‘Waag de sprong, je zult er beslist geen spijt van hebben.’
Ze aarzelde, de stank en de modder maakten haar bang.
Toen sprong ze. De bodem opende zich en ze kwam terecht in een sneeuwlandschap. In de verte schitterde een paleis vol robijnen.
@Nel: eerst het zuur, dan het zoet, maar dan in de moddervariant?
@Lisette, blijven openstaan voor het wonder.
Iets verliezen en het veelvuldige terugvinden.
(Zoiets)