Zo laat in de nacht heb ik niet vaak klandizie.
Ze vraagt een kamer voor een nacht.
En een fles wijn.
Ik zie de betraande ogen.
Opgezwollen en rood omrand.
Ook meen ik een afdruk op haar gezicht te kunnen waarnemen.
Haar haar hangt er wat voor.
Haar kleding is stuk.
Ze houdt zich groot en toch, ze snikt.
Ik probeer zo snel mogelijk te werken.
Voer de nodige gegevens in in het systeem.
Sneller dan normaal overhandig ik haar de keykaart.
Kamer 608.
Loop naar de bar en pak een fles wijn en een glas.
Toch wens ik haar goede nacht en sterkte.
Ze zwijgt.
Op haar weg naar de lift denk ik, wat doen mensen elkaar toch aan?
Recente reacties