âNeen, nicht Alida. Het was een 66. Jouw vader had een Trabantje… Vader was Commies A en jouw vader Commies B. Verschil moet er zijn.â
âMaar die was wel nieuw.â
âAls je niet kon rijden, kocht je een DAF, Vreeswijk. Hoefde je niet te schakelen.â
âVader kon heel goed autorijden, Alida.â
âO ja, waarom was hij dan zes keer gezakt?â
âDat lag aan de examinators, Alida.â
âEen âtruttenschudder met jarretelaandrijvingâ, zo werd een DAF genoemd.â
âStil, Alida, anders kan ik me niet concentreren.â
âIs dit een ander klaverblad, Vreeswijk, of kwamen we hier net ook al langs? Mag je niet harder dan 60?â
âStil nou, Alida! Straks mis ik die afslag wéér.â
âWaarom knippert dat rode lampje de hele tijd?â
Ooit was ik de trotse bezitter van een Volvo 66 Han. Groter dan de daf, onverwoestbaar, nul comfort. Gekocht voor 400 gulden in de kroeg, ruim 4 jaar mee rondgereden, nooit problemen, en verkocht voor ⏠400.–
Een Daf55 heb ik trouwens ook gehad. Hoge aaibaarheidsfactor die autootjes. Grt
Luc. Apart waren ze zeker.
Leuke dialoog, Han, maar jammer dat je in de titel alweer een grap uit het stukje weggeeft. Waarom niet neutraal gehouden? Bijvoorbeeld: De heer Vreeswijk achter het stuur.
Ewald. Dank je, ik zie niet in dat ik hier ‘de grap’ al vertel. Die zit ‘m toch meer in het rondjes rijden, met nog maar weinig benzine in de tank. In welke auto dan ook.
Han, veel mensen (ik bijvoorbeeld) kennen de term truttenschudder met jarretelaandrijving niet.Als het niet in de titel stond was de verrassing groter.
Ewald. Dan wordt het juist in de tekst toch duidelijk dat het om een DAF gaat? Hoe dan ook, ik heb het bewust in de titel vermeld.
Hij is weer geweldig Han!
Willem, dank je wel.