‘Wil je mijn kauwgom proeven?’
Ondeugd twinkelt in haar blik. Ze trekt een sliertje en draait het uitdagend om haar vinger. Haar neus rimpelt bij haar kriebelende gegiechel. Guitigheid duizelt bruisend door mijn buik. Dan blaast ze een grote bel die zacht klapt en haar lieflijke lippen deels bedekt. Een begerige lik verenigt de plakkerige schubben weer tot een geheel. Mijn woorden blozen. Ze grijpt ze aan om me prompt te overrompelen. Met een zinderende zoen draagt ze het snoepgoed over. De zompige gom danst vrolijke rondo’s rond onze tongen.
Weer neem ik het roze hompje in mijn mond en sluit mijn ogen. Elke dag opnieuw, één minuut. Na dertig jaar is de smaak is er nog steeds niet af.
Recente reacties