Eindelijk was het haar gelukt, de Karnapidasana, toen de bel ging.
Hoe harder ze probeerde het te negeren, hoe dwingender het geluid.
Adem in, tring, adem uit, triiiiiiing.
Het gevoel van urgentie viel niet meer te ontkennen en ze probeerde uit alle macht zichzelf te ontknopen.
Terwijl de muziek haar nog steeds vroeg haar innerlijke rust te omarmen, was haar innerlijke rust ver te zoeken, toen ze omrolde en pijnlijk tegen de bank knalde.
Na zich te hebben ontward, liep ze hinkend, vloekend en hijgend naar de deur. Het geluid van de bel liet haar niet meer los. Het resoneerde door de gang en in haar hoofd.
De deur ging open en het licht ging meteen uit bij de Jehovagetuige.
Recente reacties