Op een ochtend opent ze haar ogen en realiseert zich meteen welke dag het is. “Zes december,” fluistert ze zachtjes. “Die heilige baard zit weer op zijn boot naar Spanje.”
Vastberaden slaat ze haar dekbed opzij. “Koud!” huivert ze wanneer haar voeten het laminaat raken. Hoestend van het stof trekt ze op zolder de doos met kerstspullen tevoorschijn. “Weer gevonden,” verzucht ze.
Geconcentreerd werkt ze aan de decoratie. Een uur later is ze tevreden. Ze steekt haar hoofd door het gat: “Oké, past,” mompelt ze. Ze slingert het lichtsnoer om een balk. Klaar om eindelijk gezien uit het leven te stappen, steekt ze de stekker in het stopcontact.
Opgelucht stapt ze van het krukje. Ze doen het nog steeds niet.