‘Dan ga ik maar.’
Mijn woorden klinken vreemd als door een buitenstaander gesproken. Niets is nog echt, behalve de harde waarheid. Het felle licht door het glasgordijn verteert haar tot een schaduw. Het onvermijdelijke heeft ons beiden toch verrast.
Mijn bagage omvat het hoogstnodige. Het label van onze laatste busreis hangt aan een half verscheurd hengsel. Ik speel wat ongemakkelijk met het adreskaartje. Over een minuut is alles anders. Haar antwoord verdrinkt in haar tranen. Na elke beweging volgt een krachtige snik. Haar kin rimpelt en ze stort zich plots uit.
Mijn ziel lijkt met haar vergroeid. Loskomen kan niet zonder pijn. Elke seconde snijdt me. Ik wacht op haar reactie, alsof ik nog toestemming nodig heb. Ze zucht.
‘Ja.’
Recente reacties