De grootste monsters ontstaan in de vroege kindertijd, dus het is niet bepaald verbazingwekkend dat onze naamloze antiheld, in overigens geheel vruchteloze pogingen compensatie te vinden voor de nooit gekregen aandacht, altijd de volumeknop geheel naar rechts draaide, waarbij de krachtige bassen de wereld der levenden en met name de wereld der buren in de aangrenzende sociale huurwoningen op een satanische orgie van gedreun uit de onderwereld trakteerden, maar wat dit ziekelijke product van de kunst der afstandelijkheid en de volksziekte van het cynisch materialisme niet besefte, was dat de psychopathie zich op den duur vooral in zijn eigen ongeneeslijk zieke geest opstapelde, wat uiteindelijk resulteerde in een buitengemene implosie, die hem tot het formaat van een kleurloze speldenknop reduceerde.
Knap Cesar, een eindeloze zin, maar toch best leesbaar.
@Inge. Er zijn genoeg auteurs die zeer lange zinnen schrijven en die je toch inhoudelijk goed kunt volgen. Bijvoorbeeld Saramago, GarcÃa Márquez, Cărtărescu, etc.
In Nederland hebben we wat meer een traditie van relatief korte zinnen. Dat merk ik regelmatig in mijn leesclubs, door opmerkingen als ‘Wat een lange zinnen, zeg!’ wanneer we een vertaald boek bespreken met van die lange, meanderende zinnen. Als je dat als lezer niet gewend bent, is dat zeker even wennen. Dat vergt onder andere een genereuze leeshouding. Mijn advies is dan ook om niet alleen Nederlandse (en/of Vlaamse) auteurs te lezen, maar ook vertaalde werken. Dat maakt het leven ook zoveel interessanter.
Inge en Cesar, ik heb ooit eens een poging ondernomen om een lange zin te produceren. Hij is straks te lezen in het stukje ‘honderwoordenzin’.
Cesar, Inge en Guido. OP 120w is het vaker gedaan. Uit mijn hoofd noem ik Peter Mabelus en Mien, maar ik herinner me er meer te hebben gelezen.
Willem Frederik Hermans schreef in ‘De God denkbaar, denkbaar de God’ een zin van 1233 woorden. Deze besloeg vier pagina’s. Is dit knap? Ik weet het niet. Voor iemand die een beetje kan schrijven moet dit zonder al te veel moeite te doen zijn. Een dergelijk uitgerekte zin kan echter niet worden neergezet zonder gekunsteld en geforceerd te zijn.
Als een extreem lange zin geen specifieke meerwaarde heeft, ben ik er geen liefhebber van. Een vermelding in het Guinness Book of Records kan toch niet de ultieme droom van een auteur zijn die zichzelf serieus neemt.
Om de lezer niet te verliezen lijkt het me raadzaam spaarzaam te zijn met (te) lange zinnen. Als persoonlijke stijloefening is het wellicht leuk.
@Ewald. ‘Als persoonlijke stijloefening is het wellicht leuk.’ = Mee eens.
‘Als een extreem lange zin geen specifieke meerwaarde heeft, ben ik er geen liefhebber van.’ = Mee eens.
‘Een dergelijk uitgerekte zin kan echter niet worden neergezet zonder gekunsteld en geforceerd te zijn.’ = Niet (helemaal) mee eens, want die stelling impliceert dat korte zinnen per definitie niet of minder gekunsteld en geforceerd zijn dan lange zinnen. Iemand als Saramago heeft wel bewezen dat lange zinnen juist veel natuurlijker kunnen overkomen dan de in Nederland zo geliefde Jip en Janneke-stijl in veel literatuur/lectuur.
‘Om de lezer niet te verliezen….’ Wel/niet mee eens. De lezer negeren lijkt me geen nastreefbaar doel, de lezer voorop plaatsen lijkt me echter het begin van het einde.
Van Inge weet ik het niet maar Cesar en Ewald kennen Schrijverspunt waar ik mij ooit ‘geamuseerd’ heb met de stukjes ‘Puntloos’ (23 maart 2018) en ‘Het oog van Moskou’ (3 oktober 2019). Op taalgebied totaal onaanvaardbaar maar wel geestig om te doen. Sorry aan de taalpuristen.
Cesar. ‘De lezer negeren lijkt me geen nastreefbaar doel, de lezer voorop plaatsen lijkt me echter het begin van het einde.’ Helemaal mee eens, maar een schrijver wil gelezen worden, zeker wanneer schrijven zijn schoorsteen laat roken.
Een boek geheel in Jip en Janneke-stijl heeft weinig met literatuur te maken. Evenwicht en balans lijkt mij ook hier een schone zaak.
Mijn eigen allereerste schrijfsels teruglezend, stoor ik mij persoonlijk aan de vele ellenlange zinnen die elkaar opvolgen.
Bij korte(re) zinnen ligt het gevaar gekunsteld en geforceerd te schrijven minder op de loer, naar mijn mening.
Een 120W-stukje schrijven zonder ‘e’ te gebruiken is pas een uitdaging. Er is zelfs ooit iemand geweest die een e-loze roman geschreven heeft. Wat zeg ik. Twee schrijvers. Een Fransman en een Nederlander.
Guido, taal leeft en verandert daardoor voortdurend. Voor taalpuristen is de status quo hun houvast en vormt taalkundige progressie derhalve een bedreiging.
Mien, Jacob van Lennep was de eerste Nederlander die dat volbracht.
@Ewald. ‘Bij korte(re) zinnen ligt het gevaar gekunsteld en geforceerd te schrijven minder op de loer, naar mijn mening’= een waarheid als een koe.
Zelf heb ik (denk ik) bij het lezen een voorkeur voor middellange zinnen, al weet ik ook van schrijvers die meesterlijk gebruik maken/maakten van ultrakorte zinnen. Denk daarbij aan A. Moonen of de dialogen in de detectives van James Ellroy, die overkomen als mitrailleurvuur met woorden.
De Roemeen Cărtărescu schrijft daarentegen weer uiterst complexe zinnen die, toegegeven, vooral de zeer gevorderde lezer kunnen bekoren. Zijn romans zou ik vooral organisch willen noemen. Van elke zin kan ik wel vijf minuten genieten. Hij schildert eigenlijk met woorden.
@Mien. Zonder de e, dat is nog niets, hoor. Ik heb talloze teksten geschreven zonder de x of de q…
@ Ewald. ‘Voor taalpuristen is de status quo hun houvast en vormt taalkundige progressie derhalve een bedreiging.’ = Nog een waarheid als een koe. Twee op één dag al, je bent goed op dreef. Ik zou zeggen, schrijf nog een stukje op 120w…
Cesar, van Cărtărescu heb ik nog nooit iets gelezen. Als ik mij daarvoor dien te schamen zal ik dat terstond gaan doen.
Ik denk wel dat hier een smaakkwestie om de hoek komt kijken. Zoals je de vergelijking met schilderen maakt: sommige mensen trachten in een museum zo veel mogelijk schilderijen te zien. Anderen kunnen lange tijd naar één specifiek schilderij kijken en er volledig in opgaan. Misschien genieten ze beiden evenveel, ieder op z’n eigen manier.
Cesar, nadat Sint Nicolaas voet aan wal heeft gezet, plaats ik mijn Sinterklaas-trilogie 2019. Volgende week dus.
@Ewald. Daar hoef je je zeker niet voor te schamen. Cărtărescu is geen snelle AKO-wergwerplectuur. Zeker niet de makkelijkste schrijver. Te vergelijken met een zeer complexe wijn. Die is ook niet bedoeld om snel je keel mee door te spoelen. Ik denk dat hij voor negen van de tien lezers te zwaar is, maar die andere tien procent geniet wel volop van zijn zeer originele taalgebruik.
In een interview verklaart hij zelf: ‘Ik schrijf geen boek, maar breng een embryo groot in de naargeestige baarmoeder van mijn hersenpan, mijn kamer en mijn wereld.’
‘Ik schrijf geen boek, maar breng een embryo groot in de naargeestige baarmoeder van mijn hersenpan, mijn kamer en mijn wereld.’
Een uitspraak van een elitaire zelfgenoegzaamheid die zijn weerga niet kent.
‘Alles, was man tun muß, ist die richtige Taste zum richtigen Zeitpunkt zu treffen.’
Aldus Johann, Sebastian Bach. Daar kan Cărtărescu een bescheiden puntje aan zuigen.
@Ewald. Toch ben ik blij dat J.S. Bach zich met musiceren en componeren bezig hield en niet met meer plebejische zaken, zoals het schrijven van teksten.
En anders ik wel, Cesar. Hetzelfde muziekstuk keer op keer horen, geen probleem. Maar telkens weer hetzelfde boek lezen?
Ben ik de enige die alsnog nieuwsgierig is naar wie het tot kleurloze speldenknop reduceerde monster was?
@Louisa. Wie hier wordt bedoeld is niet specifiek van belang; het gaat ook niet om een of andere beroemdheid. De kans is groot dat we allemaal vroeg of laat met een tijdens de kindertijd ontstaan monster te maken krijgen, die als kleurloze speldenknop eindigt ten gevolge van een implosie. Je kunt de persoon dus zelf invullen, nu of in de toekomst.
@Cesar; dat had ik wel begrepen hoor ? Ik gaf je gewoon ‘een podium’ om met een heel gek inkoppertje te komen ?
@Louisa. Daar heb ik dan mooi gebruik van kunnen maken, waarvoor dank.
??
Wel toepasselijk qua eloos schrijven. Alweer lang geleden maar nog even actueel.
Eloze Holyman > https://www.columnx.nl/eloze-holyman/
Ik doel eerder op George Perec (in 1969) en Guido van de Wiel (in 2006), Ewald.
Jacob van Lennep heeft nooit een e-loos stuk geschreven. Wel een e-vol schrijven, een ware E-legende, in 1879. Hij is wel een van de eerste veelschrijvers in Nederland. Dat dan weer wel.
Zie voor nadere toelichting:
https://www.dbnl.org/tekst/_taa014201401_01/_taa014201401_01_0162.php
https://dbnl.org/arch/boss019asag02_01/pag/boss019asag02_01.pdf
Georges uiteraard. Een ‘s’ was even disparu!
Correct Mien, dat haalde ik door elkaar. Dank voor het opzoeken.
Hoefde ik niet op te zoeken. Wist ik gewoon. Onder alias Raad_Wie_Ik_Ben met thema schrijf een e-loze column hebben in 2008 tig leden van ColumnX een eloze column geschreven. Ik vond het zo leuk, dat ik meerdere keren heb meegedaan. Erg leuk om te doen. Voor beginners adviseer ik een A-loze column. Ook best moeilijk.