Ik volg met mijn ogen de honderdjarige nerven
Het hout ligt er mooi bij, klaar om in te kerven
Ik wil het zuiver snijden, aleer ik mocht gaan sterven
Een beeld, waarmee ik de beleving van eeuwigheid wil verwerven
Het tekent mij dat ik het niet zal gaan verven
Want ik wil de natuurlijke puurheid niet bederven
Het hout heb ik lange tijd laten besterven
In een donker meertje bij een van de timmerwerven
Sober richt ik nu mijn wachtende aandacht zonder omzwerven
Op het hout, aan de lucht gedroogd op winderige boerenerven
Mijn beitels maken een wild feest met duizenden scherven
Mijn vijlen kalmeren de oppervlakte en voorkomen het verderven
Het werk is mijn levensloon, ik zal niets derven.
@Berdien. Daar zal je best even op hebben gepuzzeld. Laat ik over het metrum maar zwijgen. Een hartje voor de originaliteit.
Ewald: je moet toch wat met die vijl, alhoewel er verbazingwekkend veel boeiende tekst voorbij komt.
@Berdien. ‘Wachtende aandacht’; mooi!
@Berdien: knap!