Van jongs af aan verzin ik verhaaltjes. Over knappe prinsen en over stoere politiemannen. Ik werd altijd blij van opstelopdrachten, waarvan de eerste paar woorden werden gegeven, gevolgd door het spannende puntje-puntje-puntje. Ik genoot van mijn zelfgemaakte vertellingen.
Tegenwoordig zit mijn sterke verbeelding me ook in de weg. Ik heb de vreselijke beelden van vluchtelingen op mijn netvlies en zie de natuur sterven. Deze werkelijkheid kan ik niet naar mijn hand zetten.
Mijn remedie is wandelen, elke dag weer. Ik probeer alles wat ik zie feitelijk te benoemen. En dan zijn er ook kauwen in de lucht, bomen die zachtjes wiegen in de wind en wilde bloemen in het gras. Dagelijkse waarheid. Daar schrijf ik dan maar een verhaaltje over.
Goed verwoord hoe de verbeelding ook een last kan zijn, Lisette.
Mooie beelden aan het eind.
@Nel: dat is precies, nu nog een evenwicht tussen lust en last vinden