Ik hoef de beelden niet terug te zien om me het moment te herinneren. Hoe galbak Rutger Castricum Ella Vogelaar ‘interviewde’ en zij niet uit zijn verstrengeling kon ontsnappen. Ik kon er niet om lachen, en dat lag aan Vogelaar en aan Castricum. Zwakke woorden van beiden, waarvan je denkt: zeg dat nou niet. Plaatsvervangende schaamte.
Youp van ’t Hek heeft Ella Vogelaar genoemd in een conference. Daar kon ik hartelijk om lachen. Moet ik daar nu spijt van hebben? Het was zoals het was. Of niet?
Hoever kan een cabaretier of columnist gaan? Die vraag wordt, zij het in een ander verband, vandaag de dag veelvuldig gesteld.
Misschien heeft de zelfdoding van Vogelaar er allemaal niets mee te maken.
Ik denk het ook niet. Trieste insteek.