Donker. Moe. Ik moet even zitten. Even maar.
Mijn zaklamp zet ik uit om batterij te sparen.
Ik heb het koud en ik heb honger.
Althans, ik voel mijn maag knorren. Dat betekent dat ik honger heb.
“Is hier dan helemaal niemand?”
Stilte. Niemand. Ik ben alleen hier.
Ik ben zo moe, maar ik moet verder.
Ik knip mijn zaklamp aan, maar hij geeft nauwelijks licht meer. De batterijen zijn op. Ook dat nog.
Ik blijf hier wel zitten, ik wacht wel tot er iemand langskomt.
Mijn oogleden worden zwaar, ik ga in slaap vallen.
Maar ik moet.
Ik moet eerst slapen.
Als ik bijna in slaap val, hoor ik een stem: “hallo?”
Een zwak licht komt mijn kant op.
Marieke: Vind je depressie vergelijkbaar met een energiebron of moet ik het zien in de mate van licht in een ruimte?
Hoi, ik kan slecht uitleggen wat ik bedoel als je hem zo niet snapt. Het alleen zijn, het van de weg raken. De batterij die op is. En dan toch ineens een zwak licht.