“Ha Berdien, gaan we er vannacht weer bovenop?”
In diverse toonaarden refereerden de collega’s regelmatig aan mijn afdelingsrecord reanimaties. Nachtdiensten waren voor sommigen van ons vaak een bijzondere periode, ieder met z’n eigen “specialiteit”. De mijne dus de reanimatie.
Een aantal is me altijd bijgebleven. De eerste keer was midden op de gang, de man zakte in mijn armen in elkaar. Bij een jongere patiënt stopte onverwacht adem en hartslag, met een alarmerend zuchtje.
De meest tedere was het minuscule oude dametje met botontkalking. Ondanks alle voorzichtigheid braken de botjes onder mijn handen. Een geluid dat je nooit vergeet.
De heftigste kreeg een CVA tijdens de broodmaaltijd. De hele training kwam aan bod: Heimlich, ademweg vrijmaken, verplaatsen en reanimeren. Succesvol.
@Berdien. Dit jaar heb ik 25 dagen in het ziekenhuis gelegen. Veel respect en bewondering voor het verplegend personeel gekregen.
Bij je openingszin dacht ik direct aan iets heel anders trouwens, maar dat zijn mijn vunzige hersens weer …
Ewald: ik vind reanimeren nog intiemer dan dat andere. Je raakt de kern van het bestaan van de persoon. En vreemd genoeg had ik vaak het gevoel toch te communiceren, wederom op kernniveau. Soms ‘wist’ je dat diegene weg ging, of wou. Die lukten ook nooit.
@Berdien. Bijzonder!
@Berdien. Eigenlijk zou iedereen moeten leren reanimeren.
@Berdien: leuk stukje. (In mijn carrière heb ik slechts drie maal moeten reanimeren. Drie keer goed gelukt, en maar best ook, want ik denk dat ik er moeite mee zou hebben als dat niet zo was uitgedraaid.) Daarna dan tien jaar werken op palliatieve zorg waar je de mensen juist niet moet reanimeren.