De twee kapers stormen op Maggie af.
Ze botsen op haar boezem.
Maggie grijpt hen bij hun nek alsof het jonge hondjes zijn.
Ondertussen glipt de derde kaper tussen haar benen door.
Smalle Vicky glijdt erachteraan.
Hij schiet.
Een piloten-hoofd tuimelt op het dashboard.
“Tot subiet,” gniffelt de schurk. Hij jaagt de volgende kogel door zijn eigen kop.
De flat en het piloten-hoofd komen dreinend op haar af.
Nog even en…
Ze slaan allemaal te pletter!
Vicky sleurt de piloot uit de stoel.
Daarna haalt ze het piloten-hoofd weg.
Ze geeft het aan Maggie.
Dit is het zwaarste wat zij ooit hebben gedragen in hun carrière.
De rest is kinderspel.
Ze landen verder veilig, op de grond, zonder te gillen.
Fascinerende titel, Nele. Is dit verhaal er echt een uit een reeks?
Met vaart en met humor geschreven.
@Nel: merci. Nee, het is niet echt een reeks, meer een poging om mijn idiote invallen een beetje te ordenen… Maar wat niet is, kan misschien nog komen, haha.
@Nele. Hoe verzin je het? Ik moet het nog een paar keer lezen…
Vicky en Maggie zijn de mannen te slim af.